zondag 3 juni 2012

Stadsgedicht 11: De eerste kus


De eerste kus


We hangen ondersteboven aan het hek op de Grote Markt.
Onze knieën rond het smeedmetaal, onze hoofden rustend op de kasseien.
Ik zeg: 'De kerk is precies een ruimteschip, zwevend in een zee van sterren.'

We sluiten onze ogen, tellen tot tien en dan en openen we ze weer.
We wanen ons zwevend in de ruimte. Mijn hoofd tolt rond.
(Hoe harder mijn hart slaat, hoe moeilijker ik het geheim kan houden.)

Daarna lopen we duizelig over het salon van Turnhout.
We zien terug sterretjes voor onze ogen, nu op onze netvliezen.
We lopen wankelend langs de fonteinen, onze jassen nat.

En als ik later alleen in mijn bed lig, onder mijn glow-in-the-dark sterrenhemel.
Speel ik de hele avond terug af in mijn hoofd,
opnieuw en opnieuw als in een eindeloze repeat.

De markt, het hek, de sterren, de fontein, die eerste kus,
het hek, de sterren, die eerste kus.
De sterren, die eerste kus.

(Gedicht naar aanleiding opening Grote Markt Turnhout, werd reeds eerder gepubliceerd in de gelegenheidskrant 'Turnhout Times')

Geen opmerkingen:

Een reactie posten